Voormalige Doopsgezinde Kerk

Het huidige (voormalige) kerkgebouw werd in 1858 gebouwd naar een ontwerp van S. Oppedijk. Het is van oorsprong een schuilkerk en heeft dan ook geen toren. In de 17e eeuw moet op dezelfde plek al een vermaanhuis gestaan hebben, gebouwd op een achtererf tussen Midstrjitte en Wegsloot (nu Waachswâl). Deze schuilkerk werd in 1722 vervangen door een nieuw vermaanhuis. Het was een rechthoekig gebouw, dat inwendig was voorzien van galerijen om zoveel mogelijk kerkgangers te kunnen bergen. De preekstoel zat aan de zuidzijde.

De acht vensters werden voorzien van gebrandschilderde ruitjes, waarop een gedicht was aangebracht. In 1847 waren daarvan nog zes aanwezig. De ruitjes aan weerszijden van de preekstoel, met daarop de eerste en achtste strofe van het gedicht, gingen verloren. Toen in 1858 het oude vermaanhuis werd afgebroken plaatste men de overgebleven ruitjes in een houten omraming. In 1980 kreeg het Fries Scheepvaart Museum de scherven van deze ruitjes en later de restanten van het houten raamwerk waarin ze gezeten hebben. De gerestaureerde ruitjes zijn herplaatst in het originele raamwerk en bevinden zich nu in het museum.

De Doopsgezinde kerk, die in 1903 nog een grote herstelling onderging, heeft nooit veel kerkgangers gehad. In 1919 vertrok de laatste predikant en het jaar daarop werd de gemeente gecombineerd met die van Balk. Er werden nog wel eigen kerkdiensten gehouden maar de gemeente werd te klein om het gebouw te kunnen behouden. In 1967 werd de schuilkerk verkocht; sindsdien is restaurant ’t Ponkje erin gevestigd. Het interieur ademt nog steeds de sfeer uit van de vroegere schuilkerk. Eenmaal per jaar wordt er nog een Friese kerkdienst gehouden.

Bron:
Een gebrandschilderd glas uit de Doopsgezinde kerk van Woudsend, S. ten Hoeve, gepubliceerd in Keppelstok, publicatie 51 (december 1995) Stichting Alde Fryske Tsjerken.